‘Tja… de tijd dat ik nog gezond was..’ Spijtig staart hij voor zich uit. ‘Alles leek toen veel makkelijker.’
Hij schuift zijn lege theekop van zich af. ‘Maar, ik moet wel zeggen, ik ben me nu veel meer bewust van het leven. Niets is meer vanzelfsprekend. Elke dag dat het goed gaat ervaar ik als een geschenk. Ik heb veel meer hulp nodig, maar die krijg ik ook. Mensen van mijn kerk komen me spontaan helpen verhuizen en behangen meteen een muurtje mee als ze er toch zijn. Dat stemt me dankbaar.’