‘Ze weten alles van je! Je bloedgroep, je burgerlijke staat, je godsdienst, je vingerafdruk en of je wel of niet ingeënt bent tegen allerlei bedreigende ziektes. Alles staat geregistreerd. En over een poosje kom je nergens meer binnen zonder een merkteken.’
Opgewonden roert onze gast in zijn koffie. Zijn lepeltje klettert tegen de binnenkant van de stenen mok. ‘En nu denken jullie natuurlijk dat ik een complotdenker ben, maar dit staat wel in de Bijbel!
Triomfantelijk kijkt hij de kring rond maar niemand lijkt erg onder de indruk van zijn betoog. We knikken hem vriendelijk toe waarna hij zichtbaar aangemoedigd verder gaat. ‘Dan heb je dus 666 op je voorhoofd staan hè! Nou ik niet dus. Ik wil niks meer met de overheid te maken hebben. Het gaat helemaal mis met Nederland. En met de rest van de wereld. Ik weet zelf wel wat goed voor me is. Ik ben mijn eigen baas.’
‘Tja… de tijd dat ik nog gezond was..’ Spijtig staart hij voor zich uit. ‘Alles leek toen veel makkelijker.’
Hij schuift zijn lege theekop van zich af. ‘Maar, ik moet wel zeggen, ik ben me nu veel meer bewust van het leven. Niets is meer vanzelfsprekend. Elke dag dat het goed gaat ervaar ik als een geschenk. Ik heb veel meer hulp nodig, maar die krijg ik ook. Mensen van mijn kerk komen me spontaan helpen verhuizen en behangen meteen een muurtje mee als ze er toch zijn. Dat stemt me dankbaar.’